Maria Tesselschade, dochter van Roemer Vissher, was een 17e eeuwse dichteres. Zij ondertekende haar verzen en gedichten vaak met ‘Elck sijn Waerom’. In de tijd waarin vrouwen geen mogelijkheden hadden qua opleidingen, organiseerde haar vader regelmatig bijeenkomsten in hun huis. Deze werden o.a. bijgewoond door Bredero, Hooft, Huygens en Vondel.
Tesselschade neemt actief deel aan het sociaal-literaire verkeer met de scherpzinnige mannen van die tijd. De waardering was geheel wederzijds; in één van haar brieven steunt ze haar goede vriend Constantijn Huygens. Hij blijft diepbedroefd achter als zijn vrouw overlijdt na de geboorte van hun vijfde kind. “En stel sijn leed te boeck, zoo heeft hij ’t niet te onthouwen”, luidt haar wijze raad. Huygens volgt de raad op en schrijft ‘Cupio dissolvi’.
Practische filosofie richt zich op nadenken over uw denken, want ook in deze tijd heeft ‘Elk zijn waarom’
Praktische filosofie, levenskunst is een onderwerp wat veel aandacht krijgt in de huidige periode. Is dat ooit anders geweest, of was het altijd aanwezig, zoals uit bovenstaande introductie van Maria Tesselschade blijkt.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen academische filosofie en praktische filosofie. Filosofie werd in de jaren vanaf Socrates benut om in gesprek te gaan met elkaar over belangrijke levensvragen en hoe men zich eerbiedig kon gedragen en een ‘goed’ leven kon leiden. Dit gebeurde op straat, op de markt, op allerlei plaatsen waar mensen elkaar ontmoetten. Later werd dit meer verplaatst naar de universiteiten, alwaar filosofen, filosofieën en theorieën werden onderwezen en besproken. Hier spreekt men van academische filosofie.
Levensvragen laten zich niet verplaatsen naar universiteiten en er werden nieuwe plaatsen gecreëerd om ze te bespreken. Een ‘goed en gezond’ leven vraagt om een balans tussen lichaam en geest. Praktische filosofie gaat over nadenken over je eigen denken. Welke aannames hanteer je, welke overtuigingen leiden je en welk gedrag komt hieruit voort. Het bevragen van jezelf, de rijkdom van weten wat je niet weet en daar over nadenken, soms confronterend in den beginne en dan weer verrijkend door nieuwe inzichten en wijsheden.
De praktisch filosoof benut daarvoor een aantal werkvormen, anders dan de coach of psycholoog. Deze professionals diagnosticeren en stellen (samen en ook werkend vanuit autonomie) een behandelplan op. De praktisch filosoof gelooft in het denkvermogen van de bezoeker(s). Het kritisch onderzoeken van het denken tijdens gesprekken (zowel individueel als in groepsverband), gericht op wijsheid, zonder de verplichting antwoorden te vinden werkt bevrijdend. Er komt ‘denk-vrijheid‘ vrij. Deze werkvormen kunnen individueel toegepast worden of in groepsverband vanuit een beproefde structuur.
Active Learning biedt een aantal werkvormen waarvan filosofisch practicus nader wordt toegelicht, zie Wie het niet weet, mag het zeggen.